Als je me voor het eerst ontmoet dan denk je dat ik het meest sociale mens ter wereld ben. Ik babbel honderduit, vertel mopjes en lach veel.
Zelfs de mensen die me wél kennen, zullen je waarschijnlijk zeggen dat ik sociaal ben.
Maar mijn beste vriend en halve trouwboek noemt me het meest A-sociale mens ter wereld.
Hij kent me zeer goed.
Ik leg uit.
Kom ik in een nieuwe situatie met nieuwe mensen? Dan is de kans groot dat ze me niet leuk vinden. Want nieuwe situaties en mensen maken me zenuwachtig.
En waar anderen zenuwachtig zijn en dicht slaan, krijg ik een aanval van acute verbale diarree.
Ik blijf praten, ben luid en stiltes… not done. Ik wring me zo in het middelpunt van de belangstelling en mijn eerste indruk is gemaakt.
Voel ik me op mijn gemak en ken ik mijn mensen? Dan ben ik nog steeds luid (ik ben doof dus zeg maar gerust ZEER LUID), maar op mijn gemak.
Alleen is er de afgelopen 2 jaar iets opmerkelijk veranderd.
Ergens op een punt ben ik uitgebabbeld.
Gezellig zijn, praten en samen zijn, is fantastisch leuk, maar na een tijdje heeft mijn brein er genoeg van.
Vroeger dronk ik mezelf door dat punt heen. Alcohol verdooft en vlakt prikkels af.
Nu val ik stil en trek me terug.
Manlief en ik hebben hier een duidelijke afspraak over.
Ben ik uitgebabbeld? Dan gaan we naar huis.
Hebben we bezoek? Dan ben ik daar eerlijk over.
Ik ga niet meer over mijn grenzen op dat vlak.
Nee zeggen tegen anderen, is ja zeggen tegen jezelf.
Op elk vlak.