Struisvogel spelen. Dat kon ik goed. Mijn kop in het zand steken en wat ik niet zag, dat was er niet. Tot ik terug boven kwam. In een onoverzichtelijke chaos.
Dat was het verhaal van mijn huishouden. Thuis komen, alles neer gooien, aperitief inschenken, eten maken, voor de kinderen zorgen, laptop open en werken.
Alles bleef staan. Wat we hadden neergegooid, de afwas, de rommel, de was.
Voor straks.
Maar straks werd morgen, morgen schoof op naar vanavond en vanavond kwam je thuis in een puinhoop. Opstaan in een puinhoop en slapen gaan in een puinhoop.
En op een punt is de puinhoop zo groot, dat je niet meer weet waar je moet beginnen.
Na het opruimen van de pottekeskast (zie vorige Krachtbrief) kreeg ik energie. Maar hoe goed je ook je kasten opruimt, het gewone leven zorgt voor rommel. Zeker als je kinderen hebt. Je kan ze onmogelijk in een glazen kast steken (hoe graag je dat ook zou willen) en wanorde zal er dus altijd zijn.
Wat is voor mij dé oplossing?
Mijn dagelijkse opruimrondje.
Geen grote opruim- of lenteschoonmaak, maar 15-30 minuten door alle kamers gaan. Lege flesjes, kleren op de grond, speelgoed, schoenen,…
Gewoon 1 snel (haal alles uit het zicht) opruimrondje.
Om te eindigen in de keuken. Want dat is de eerste plek die je ’s morgens ziet. Afwasmachine leegmaken, aanrecht even afvegen en voilà, je bent klaar!
Nog tijd over? Dan plooi ik nog snel wat was of ik steek nog een machine in.
15-20 minuten. Niet langer.
Ze zeggen dat een opgeruimd huis zorgt voor een opgeruimd hoofd.
Sinds ik mijn kop uit het zand gehaald heb, weet ik eindelijk wat ze daarmee bedoelen.